De huidige elektriciteitsnetten gebruiken allemaal wisselstroom,
met 50 of 60 hertz en 230 0f 130 volt spanning. Maar er was een
tijd dat overal gelijkstroom en wisselstroom netten naast elkaar
werden uitgerold. Wisselstroom bleek de winnaar lang geleden.
Maar gelijkstroom bleef sudderen als een heidebrand en heeft
heel stiekem een groot aandeel van de vermogens voorzieningen
overgenomen.
Eind jaren 80 van de 19e eeuw raakte Thomas Edison in een felle
concurrentiestrijd verwikkeld met George Westinghouse.
Deze vete is de geschiedenis ingaan als 'The War of Currents',
de oorlog van de stromen die werd uiteindelijk gewonnen door de
wisselstroom, lang geleden.
In 1878 vond Edison zijn verbeterde versie uit van de gloeilamp, maar hij kwam er al snel achter dat er een elektrisch distributie systeem nodig was om zijn gloeilampen van stroom te voorzien. Op 4 september 1882 schakelde Edison 's werelds eerste elektriciteitsvoorziening van 100kW in, waarmee hij 59 klanten rond zijn Pearl Street Station in Lower Manhattan van 110 volt gelijkspanning voorzag.
Westinghouse, die gasdistributie- en telefoonsystemen
installeerde raakte geinteresseerd in de distributie van
elektrische energie. Hij onderzocht Edisons ontwerp, maar zag dat
dit niet efficient was om op grote schaal toegepast te kunnen
worden.
Edisons elektriciteitsnetwerk was namelijk gebaseerd op lage
gelijkspanning. Voor een groot netwerk betekende dat hoge stromen
in de leidingen en dus veel energieverlies.
In Europa waren technici reeds bezig met de ontwikkeling van
wisselstroom netwerken. Daarmee was het mogelijk was om
spanningen omhoog te transformeren voor transport en waar nodig
weer omlaag te transformeren voor gebruik.
Westinghouse zag hierin de voordelen boven Edison's gelijkstroom
systeem en besloot het wisselstroom systeem verder te
ontwikkelen.
In 1886 installeerden Westinghouse en Stanley het eerste
Amerikaanse wisselstroom energienetwerk in Great Barrington.
Een door waterkracht aangedreven wisselstroomgenerator, van
uitvinder Nikola Tesla, die 500 volt wisselspanning produceerde,
voorzag dit netwerk van energie. De spanning werd omhoog gebracht
naar 3000 volt voor transport en lokaal weer omlaag gebracht naar
100 volt voor de voeding van elektrische verlichting.
Naast verlichting zou het netwerkwerk ook de energie kunnen
leveren voor elektromotoren.
De gelijkstroom motor, die pas in 1873 bruikbaar werd door de
uitvinding van Gramme, was beschikbaar, maar vergde veel stroom.
Dus een extra belasting voor Edison's gelijkstroom net.
De wisselstroommotor was nog een probleem, maar dit werd
opgelost door Nikola Tesla.
Tesla was eerder werkzaam geweest bij de Edison General Electric
Company, maar daar kon hij niet overweg met Edison.
Tesla kwam na allerlei omzwervingen en teleurstellingen in
contact met een ingenieur van de Western Union Telegraph Company,
die ervoor zorgde dat hij een laboratorium en een beginkapitaal
kreeg. Tesla ontwikkelde in iets meer dan een jaar - van april
1887 tot mei 1888 - verschillende motoren voor wisselstroom,
waaronder zijn beroemde (meerfasige) inductiemotor.
Met deze uitvinding werd in een klap een elektromotor verkregen die niet alleen efficient, simpel en goedkoop te bouwen was, maar die ook nauwelijks kapot kon: de rotor met de lagers waarop hij draait zijn de enige bewegende delen en dus ook de enige die kunnen slijten. Bovendien was dit type motor gemakkelijk voor hogere vermogens en hogere spanningen te bouwen en had een constante snelheid.
(Alle andere elektromotoren van die tijd moesten gebruikmaken van inefficiente glijcontacten - koolborstels - en commutatoren, allemaal onderdelen die gemakkelijk kapot konden gaan en die aan slijtage onderhevig waren. )
Edison met zijn gelijkstroomnet had dus zware concurrentie van
Westinghouse's wisselstroom net. De strijd bereikte een absurd
hoogtepunt in 1887 toen een groep afgevaardigden van de staat New
York aan Edison vroeg of elektriciteit gebruikt kon worden als
executiemethode. Hoewel Edison hier eerst niets van wilde weten,
gaf hij toch toe. Met de kanttekening: 'Dan moet je wel de stroom
van mijn concurrent gebruiken, want die is veel dodelijker'.
Edison hoopte hiermee Westinghouse uit te schakelen door
wisselstroom te associeren met de dood.
Edison verloor de strijd toen op 16 nov. 1896 een 40 km lang 25 hertz net met Testa's alternatoren vanaf de Niagara watervallen tot in Buffalo in gebruik werd genomen. (Dit 25 hertz net werd later omgebouwd naar 60 hertz dat de standaard voor de VS werd.) Edison probeerde daarom wisselstroom in diskrediet te brengen, door accent te leggen op de hoge spanningen die in wisselstroom netten gebruikt werden.
Na het gebleken succes van de waterkrachtcentrales bij de
Niagarawatervallen besloot zelfs General Electric, ontstaan uit
Edisons bedrijf, om wisselstroommachines te gaan bouwen.
En zo werd over de gehele wereld wisselstroom de norm en dat
werd zelfs bij wetten vastgelegd.
Een belangrijke parameter bij de keuze van een elektriciteitsnet
is de betrouwbaarheid. Lokale variaties in belasting kunnen
eenvoudig opgevangen worden door de grote capaciteit van een
uitgebreid netwerk, met meerdere elektriciteit centrales.
Transformatoren en wisselstroom generatoren zijn uiterst betrouwbare onderdelen.
Het is in Nederland verboden om gelijkstroom in het energie
net te gebruiken als we dat zouden willen overwegen.
Het is dus niet toegestaan om gelijkstroom uit uw zonnepanelen
aan de buren te leveren. Het moet eerst naar 220 volt 50 Hz
wisselstroom omgezet worden om dan uitsluitend aan de energie
maatschappij terug te leveren.
Toch is hoe, geniepig misschien, gelijkstroom aan een reuze
opmars bezig die wel eens verregaande consequenties kan hebben
in de nabije toekomst.
Alle elektrische auto's hebben nu al een gelijkstroom power net,
werkende op spanningen van 12 tot wel 300 volt.
Behalve vermogen van het 'net' te ontvangen, kunnen een aantal
elektrische automerken nu ook al terug leveren aan het net.
Maar de grootste penetratie van gelijkstroom is al onder ons.
Vrijwel alle nieuwe 'speeltjes' en verlichting verbruiken maar
heel weinig vermogen en werken in principe op gelijkstroom.
Ze hebben nu nog allemaal een externe ingebouwde adaptor nodig
om de benodigde energie vanaf het standaard 50 Hz wisselstroom
net naar de lage gelijkspanning te transformeren.
Maar hoe lang nog?.
Starre wetgeving maakt het momenteel niet mogelijk om uw zelf voorzienend eco-huis van een gelijkstroom distributie net te voorzien. Windmolens moeten hun vermogen nog steeds middels 50 Hz wissel-stroom afleveren.
Toch blijken er steeds meer uitzonderingen plaats te vinden.
Sinds de jaren 60 wordt HVDC toegepast voor het transport van
elektrische energie over grote afstanden. Gelijkstroom heeft
alleen de ohmse weerstand te overbruggen en die verliezen kunnen
geminimaliseerd worden, door de spanning zo hoog (en de stroom
dus zo laag) mogelijk te maken.
Wisselstroom zou daar met ontoelaatbare capacitieve verliezen
te maken krijgen.
Dankzij de moderne vermogenselektronica kan daar de HVDC techniek
op economisch haalbare wijze worden ingezet.
Gelukkig worden nu overall gebieden aangewezen, waarin een oogje wordt dichtgeknepen, zodat er geexperimenteerd kan worden met gelijkstroom systemen bijvoorbeeld in onder andere huizen van de toekomst.
De gelijkstroom revolutie is dus al onder ons. Zoals een
heidebrand op alle plaatsen opduikt, is heel stilletjes is alle
huizen gelijkstroom de norm geworden,
Behalve de gloeilampen worden nu zeer apparaten gevoed met
laagspanning gelijkstroom uit kleine efficiente voedingen.
In de camper of caravan is 12 volt gelijkstroom allang de norm.
Hoe mooi zou het zijn als je thuis ook een laagspanning
ringleiding had om overal de laptop en de 'speeltjes' te kunnen
aansluiten. Motoren in wasmachines, airconditioning, enz. kunnen
ook efficient met vermogens frequentie omvormers van energie
worden voorzien. Wisselstroom is niet essentieel meer in de
moderne samenleving.
Gelijkstroom betekent HF omvormers om de benodigde spanningen te
leveren. Ze zijn relatief klein. Hoewel HF omvormers goed
storingsvrij zijn te maken, kost dat geld. En helaas blijkt dat
fabrikanten zich van storings-maatregelen nauwelijks iets
aantrekken. Voorlopig zullen de HF banden dus nog meer gestoord
worden. Meer werk voor de EMC commissie.
En betere antenne opstellingen dus.
We zijn nog in het begin stadium. Er staat ons nog een nieuwe
standaardisering ronde te wachten. Gelijkstroom is al onder ons.
Het heeft uiteindelijk de 'War on Currents' niet verloren'.
Dit vuurtje is niet meer te blussen. (PA0PHB).